We zijn zijn weer helemaal bij …
Of ik op maandag bij de jaarlijkse Ambrosiusavond wilde zijn van bijenvereniging St. Ambrosius Veghel – Erp, vroeg Arie van de Crommert, voormalige ‘burgemeester’ van Erp. Want er stond iets belangrijks op het programma: de fusie met de bijenvereniging uit Schijndel, met daaraan gekoppeld de onthulling van de nieuwe naam van de vereniging.
En dus zit ik netjes voor acht uur in het clubhuis aan de Kraanmeer. Ook wethouder Harry van Rooijen is aanwezig.
De enige die er niet is … is de aanstaande fusiepartner Schijndel.
Als de koffie uit is, besluit de vereniging toch maar van start te gaan met de fusievergadering.
‘Kun je niet even bellen?’, probeert de wethouder nog.
‘Ik heb alleen een mailadres’, antwoordt de secretaris van de vereniging.
Waarop een bestuurslid een diapresentatie start over de geschiedenis van de vereniging uit de voormalige gemeentes Veghel en Erp. Die toch vooral ook bedoeld is, heb ik het idee, om de Schijndelaren wat gevoel te geven bij de club waar ze bij aan zouden sluiten.
Als die uiteenzetting bijna klaar is, tegen half negen, zwiert de deur open. ‘Goeienavond’, klinkt vrolijk uit vijf Schijndelse kelen.
Er waren wat problemen met het vervoer geweest. Maar we zijn er. Hoe ver zijn we? Ah, nou dan nemen wij het stokje gelijk over.
Waarop tweehonderd jaar Schijndelse bijengeschiedenis in een notendop voorbij komt.
Daarna neemt de wethouder het woord.
‘Misschien kunt u iets vertellen over het beleid van de gemeente Meierijstad’, tipt een van de bestuursleden de wethouder nog in het voorbijgaan.
Na een kort en algemeen betoog, waarin de wethouder aangeeft het te betreuren dat de natuur toch te vaak aan het kortste eind trekt als er keuzes gemaakt moeten worden met de beschikbare middelen, volgt uiteraard de vraag of er nog vragen zijn.
Als je weet dat Adri van Esch binnen zit, is dat vragen naar de bekende weg. Die maakt dankbaar van de gelegenheid gebruik om kritiek te spuien op het gemeentelijk beleid. ‘Ik ben zo gruwelijk boos geworden toen de gemeente de linden ging snoeien toen deze net in bloei stonden. Dat is funest voor de bijen. Funest voor de natuur. Waarom niet eerst even overleg met ons als imkers!?’
‘Dat geldt precies hetzelfde voor de bermen. Wist u dat hoge bermen veel fijnstof vasthouden? En wat doet de overheid? Wel zeuren over de hoge concentraties fijnstof in de lucht, maar niet kijken naar hoe we dat op een heel simpele manier aan kunnen pakken … In overleg.’
De bestuursleden kappen de vragenronde snel af. Met het oog op toekomstige subsidies, is het beter om de wethouder niet te veel vuur aan de schenen te leggen, zie je ze denken.
Adri kijkt even naar me om. En knipoogt.
En dan is daar het moment suprême: de onthulling van de nieuwe naam.
‘Ergens wel jammer’, zegt de wethouder nog, terwijl hij naar het doek loopt. ‘Ambrosius is een prachtige naam.’
Toch trekt hij het doek opzij. En zie daar de nieuwe naam: Bijenvereniging St. Ambrosius Veghel – Erp wordt … Bijenvereniging St. Ambrosius Bijerijstad.
Applaus. Een cadeautje voor de bedenker van de naam. En een geschenk voor de wethouder.
‘Tijd voor een worstenbroodje … ’
Tegen tien uur ben ik thuis.
‘En? Hoe was het?’
‘Keimooi …’ zeg ik. En dat meen ik oprecht.